De zoektocht van Berenpels: Systemisch werken met jongeren in de transitieleeftijd

Helaas! je kan je niet meer inschrijven. blijf op de hoogte van de volgende editie.

 

Deze 7-daagse opleiding neemt je mee in een systemisch werkkader om met jongeren in de transitieleeftijd en hun context aan de slag te gaan. We benaderen de ontwikkelingsopdrachten van deze jongeren als uitdagingen voor hun hele relationele context.

 

Deze opleiding wordt hernomen in 2025-2026.

De zoektocht van Berenpels: Systemisch werken met jongeren in de transitieleeftijd

Veel jongeren kijken er hoopvol naar uit om volwassen te worden omdat ze dan meer hun eigen keuzes kunnen maken en op eigen benen kunnen staan. Jongeren tussen 16 en 25 jaar maken de transitie van kindertijd naar volwassenheid. De laatste jaren zet de overheid in op hulpverlening voor de transitieleeftijd.

De jongvolwassenheid is dan ook een dynamische periode met veel overgangen: van thuis wonen naar alleen of met vrienden gaan samenwonen, van de middelbare school naar hoger onderwijs of werken, van financieel afhankelijk zijn van ouders naar grotere zelfstandigheid, experimenteren met relatievorming en partnerschap etc. Voor de meeste jongeren lukt dit vrij vlot met af en toe een struikelblok. Voor sommige jongeren ligt dit moeilijker en hen komen we tegen in de hulpverlening.

Deze jongeren starten de transitieleeftijd met een achterstand op verschillende domeinen: een laag zelfbeeld, een moeilijke schoolgeschiedenis, complexe vragen rond identiteit en gender, een minder ondersteunende gezinscontext of netwerk met gevaar op isolatie en vereenzaming. In die zin liggen er heel wat systemische uitdagingen op hun pad. Hoe kunnen ze hun eigen identiteit opbouwen in een passende verbinding met betekenisvolle contexten zoals gezin van herkomst, vriendengroep, school- en/of werkcontext?

We ontmoeten deze jongeren een beetje zoals de figuur van Berenpels in het sprookje: hun vroegere manier van zijn past niet meer en ze zijn op zoek naar een nieuwe identiteit. In hun zoektocht zien ze er vaak moeilijk benaderbaar uit, afgewend van de wereld, ja soms verschrikkelijk en wanhopig… Wie herkent hen in hun waarde en helpt hen die ook weer zelf te zien?

Praktische info

Aantal lesdagen

7


Blijf op de hoogte

Het verhaal van Berenpels

Een soldaat komt terug van de oorlog en niet wetend wat hij verder met zijn leven aan moet, sluit hij een pact met de duivel. Hij zal altijd geld in zijn zakken vinden maar hij mag zich 7 jaar lang niet wassen, noch zijn haren of nagels knippen en moet gehuld in een berenpels door het leven gaan.
Na een jaar ziet hij eruit als een monster en iedereen loopt weg van hem. In het 4e jaar wordt een vader met zijn dochters uit een herberg gezet omdat ze geen geld hebben. Berenpels betaalt de herbergier en het gezin krijgt toch onderdak. Daarom mag hij met &eaucte;én van de dochters trouwen. Enkel de jongste dochter wil met de vreselijke man trouwen omdat ze gelooft dat hij een goed mens is. Berenpels zegt dat ze nog 3 jaar op hem moet wachten en geeft haar de helft van een ring. Na 7 jaar keert hij terug ontdaan van zijn vloek als een mooie prins. Enkel het jongste meisje herkent hem als Berenpels en geeft hem de andere helft van de ring. Eindelijk kunnen ze trouwen.

    Eco-systemische visie op transitieleeftijd

    We benaderen de hulpverlening van jongeren in de transitieleeftijd vanuit een systemisch en ontwikkelingsgericht kader (Carter en McGoldrick). Dit model helpt om een brede kijk te hanteren op de unieke context van jongeren waarbij de verschillende betrokken partijen in beeld komen en de complexiteit hiervan duidelijk wordt.

    We staan ook stil bij cultureel maatschappelijke evoluties en denkkaders die de kijk op jongvolwassenen beïnvloeden. Hoe kunnen we samen met jongeren nadenken over wat er op hen en ons afkomt aan verwachtingen, normen vanuit die samenleving.

    We gaan op zoek hoe we krachten en mogelijkheden van de context kunnen aanboren, wat er nodig is om in contact te komen met deze hulpbronnen.

    Opbouw van de hulpverleningsrelatie

    Vanuit de centrale ontwikkelingsopdracht van jongeren in de transitieleeftijd nl. het loslaten in verbondenheid, het ontwikkelen van een meer autonome positie in relatie tot anderen, zit er onmiddellijk spanning op de hulpverleningsrelatie. Hoe kunnen we met hen een dragende, respectvolle relatie aangaan en hen ondersteunen in het zoeken van hun weg?

    We verkennen de kwetsbaarheid en de mogelijkheden van de hulpverleningsrelatie op een ervaringsgerichte wijze in dialoog met de opleidingsgroep. Vanuit welke positie start onze samenwerkingsrelatie? Wat zijn onze aannames over onze rol in de begeleiding van jongeren in de transitieleeftijd? Hoe sluit dit aan op hun ervaringen? Wat zijn helpende ervaringen geweest in de hulpverlening? Wat hebben ze gemist en in hoeverre hebben ze dit kunnen bespreken?
    Zo kunnen we zoeken hoe we een veilige basis kunnen creëren om samen te werken rond de worstelingen. Ook in verbinding met de context. Daarbij blijven we zoeken naar hoe we onszelf passend, geëngageerd en vrij kunnen positioneren in de context van de jongere.

    Werken met de context, netwerk, hulpbronnen en het belang van een team

    Wanneer jongeren in de hulpverlening terecht komen, is het belangrijk om te begrijpen waarom zij net nu en in een bepaalde hulpverleningscontext hulp zoeken of nodig hebben. De bezorgdheid (en onrust) van een familielid of een verwijzer kan soms erg bepalend en overweldigend zijn. Daarom is het zinvol om te onderzoeken: Wie is waarover precies bezorgd, in welke mate?

    We leren hoe je een hulpvraag of aanmelding kan ontleden en verbreden in een systemische context. Als we cliënten voor het eerst ontmoeten, stellen we niet zozeer vragen (bv. naar informatie), maar proberen we in eerste instantie een werkrelatie aan te gaan met alle betrokkenen (de jongere, de verwijzer, de familie, de school, het werk,…). Dit betekent voor de hulpverlener een mandaat leren verkrijgen, positie durven nemen en de lijn kunnen houden.
    Overleg met de verwijzer, andere betrokken hulpverleners en steunbronnen rondom de jongere kan helpen om beter in te schatten wat er nodig is en om de drempel te verlagen.

    Hechting en hechtingskwetsuren: loslaten in verbondenheid

    Werken met jongeren in transitieleeftijd vraagt een bijzondere evenwichtsoefening in afstand- nabijheid: hoe verbinden zonder over te nemen. Hoe kunnen hulpverleners een helpende context creëren waarin de jongere zich voldoende veilig en gesteund voelt om kwetsbaar te kunnen zijn? En hoe kunnen hulpverleners beroep (blijven) doen op de veerkracht en autonomie van de jongere? Maar hoe doe je dat dan concreet? En hoe betrek je de context (natuurlijke steunbronnen) van de jongere hierbij? Vaak hebben jongeren kwetsuren opgelopen in belangrijke relaties en moet er eerst “herstelwerk” gedaan worden alvorens de jongere beroep durft te doen op anderen. Dit werk houdt ook in dat de hulpverlener het netwerk aanspreekt en ondersteunt om responsief te zijn op de noden van de jongere.

    We zoomen in op enkele systeemtherapeutische modellen die zich enten op de hechtingstheorie en maken een veilige ruimte voor het plaatsen en verwerken van emoties binnen relaties.

    Crisis als kans

    We ontmoeten heel wat jongeren op een moment van crisis. We exploreren de betekenis van deze crisis voor onze cliënt en zijn omgeving. Hoe gaan we om met een crisis, als cliënt(systeem) en als hulpverlener? We proberen te vatten waarom een crisis ook telkens een kans is.

    Om een beter zicht te krijgen op de effecten van aanhoudende stress overlopen we de neurobiologische ontwikkeling en werking van de hersenen.
    Wat is de specifieke kwetsbaarheid van jongeren?
    We trachten te begrijpen wat zelfmoord- en zelfverwondende gedachten en gedrag als betekenis kunnen hebben tegen de achtergrond van de interacties die onze cliënt heeft. En hoe reageren we best wel en best niet als hulpverlener bij dergelijke signalen? Hoe kunnen we de natuurlijke omgeving informeren en/of betrekken?

    Identiteitsvragen

    We zoomen in op een aantal zeer hedendaagse thema’s, namelijk identiteit en genderdiversiteit. De rol van sociale media en andere macro-contextfactoren wordt hierbij onder de loep genomen.
    Hoe kunnen we als hulpverlener mee zijn in een complex veranderend kader?
    Hoe kunnen we aansluiting vinden bij een leefwereld die soms niet meer volledig de onze is?
    Hoe kunnen we vermijden om oordelend te klinken?

    Afronding

    Als slotdag van de opleiding maken we de overgang naar de fase van jongvolwassenheid, daar waar echte differentiatie de ontwikkelingsopdracht wordt. Het past aan het einde van deze opleiding waarin we zoeken hoe we de groep en de opleiding kunnen loslaten in verbondenheid. We delen met elkaar wat we willen meenemen en willen warmhouden na de opleiding en in het werken met jongeren in de transitieleeftijd.

    Bart Heirbaut

    Pieter Govaerts

    Marijke Roosens

    Toelatingsvoorwaarden

    Voor hulpverleners die werken met jongeren in de transitieleeftijd en interesse hebben om deze doelgroep vanuit een systemisch contextgericht kader te benaderen.

    Voor begeleiders in de ambulante of residentiële jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg, psychiatrie en evengoed onderwijs, CLB etc. Verder zijn ook gezinscounselors, psychotherapeuten en psychiaters die vanuit hun specifiek mandaat met deze doelgroep werken, welkom.

    Minimum een A1 of professionele bachelordiploma menswetenschappen.

    Afbeelding

    Heb je nog vragen?

    Bekijk alle veelgestelde vragen hier