2-jarige opleiding Contextgerichte zorg: Systemisch werken met individuen, ouders, gezinnen en groepen
Karakteristiek voor deze opleiding is dat begeleiding niet zozeer bekeken wordt vanuit een orthopedagogisch of psychiatrische referentiekader, maar veeleer vanuit een procesmatig en collaboratief begeleidingskader, geïnspireerd vanuit het systeemdenken.
De volledige opleiding duurt 2 jaar, met in principe een frequentie van 2 opleidingsdagen per maand. In de opleiding staat het werken met individuen, ouders, gezinnen, families en de context centraal en is het belangrijk dat cursisten bereid zijn om hun eigen concrete professionele hulpverleningservaringen kritisch te bevragen.
Naast de twee opleidingsdagen per maand dient de cursist tijd te voorzien voor zelfstudie van de verplichte literatuur, krijgt men huiswerkopdrachten en komen deelnemers regelmatig samen in regionale intervisiegroepjes.
Deze opleiding is erkend door de BVRGS.
In de theoretisch-praktische cursus wordt in de eerste plaats aandacht besteed aan het opbouwen van een circulair-systemisch denkkader. Opvoedings- en gezinsproblemen worden bekeken vanuit een systemisch perspectief. Dit wil zeggen dat we op zoek gaan naar de betekenis van deze problemen binnen een brede relationele en intergenerationele context. Vanuit deze visie is het handelen van de contextbegeleider niet enkel gericht op het wegwerken van het probleemgedrag, maar ook en vooral op het begeleiden van het individu binnen zijn context en dit vanuit een collaboratieve visie op hulpverlening. Vanuit dit perspectief benadert de hulpverlener de cliënt en belangrijke anderen in de context als een gelijkwaardige gesprekspartner en stelt zich op als bondgenoot van het cliëntsysteem, dat hij waardeert voor hun eigenheid en expertise.
Eerst wordt een systemisch begrippenkader voorgesteld van waaruit we naar relaties en gezinnen kijken: hoe zijn gezinnen structureel en relationeel georganiseerd, welke rollen of posities worden ingenomen, welke probleemverhalen zijn dominant en hoe kan daarmee aan de slag gegaan worden zonder voeling te verliezen met de gezonde krachten van het gezin. Daarnaast worden ook concrete interventietechnieken die bruikbaar zijn binnen het werkveld van de gezins- en contextbegeleider besproken, gedemonstreerd en getraind: je invoegen in een systeem, omgaan met de aanmeldingsklacht, hypothesen formuleren, het positief herkaderen van een probleem, enz.
Aan cursisten wordt geleerd om vanuit een meerlagig ecologisch systeemperspectief te kijken naar de hulpvraag. Wat is de betekenis van de hulpvraag voor het kind, de jongere of persoon in kwestie en wat is het perspectief van het gezin, van de (intergenerationele) familie, van de sociale context (inclusief de hulpverleningscontext) en van de cultuur op de aanmeldingsklacht? Hoe kunnen we betekenis geven aan wat zich hier en nu afspeelt rekening houdend met het verleden en gericht op de toekomst?
Elk van deze cursusdagen omvat telkens een korte bespreking van de gangbare theorie verder bouwend op de opgegeven literatuur. Tijdens de opleidingsdagen worden specifieke technische vaardigheden ingeoefend. Dit doen we met aangepaste oefeningen, rollenspel en vanuit reflectie op ervaringen in het eigen gezin van herkomst. We verwachten dan ook van de deelnemers dat ze het proces aangaan om, ieder op een eigen tempo, kritisch te kijken naar het eigen functioneren als gezinsbegeleider in wisselwerking en geïnspireerd vanuit de eigen relationele positie in zijn/haar gezin van herkomst en in de bredere context.
“Deze opleiding biedt een grondig systemisch- contextgericht kader, een stevige basis met veel know how om concreet mee aan de slag te kunnen gaan. Tevens gaf ze me meer zicht op mijn krachten, mogelijkheden en valkuilen als begeleider.”
Hoewel kinderen zeker betrokken partij zijn in gezinscounseling, worden ze door veel hulpverleners slechts zelden actief betrokken. Ze worden vaak ervaren als storend en lastig, of niet mondig genoeg om mee te praten rond belangrijke kwesties. In de opleiding gaan we ervan uit dat kinderen ons heel wat te vertellen hebben; ze hebben een zeer eigen en vaak treffende visie op de problemen. Thema’s die in dit verband aan bod komen zijn: de eigen belevingswereld van het kind, ontwikkeling van kinderen, creatieve mogelijkheden om met hen in contact te komen (werken met poppen en dieren, fantasiespel, sprookjes …), hoe kunnen we hen actief betrekken bij de begeleiding, welk materiaal is er voorhanden, hoe moet ik mij als gezinsbegeleider opstellen?
Als contextbegeleider kom je vaak in contact met cliënten met een uitgesproken onveilige context. Het is dan ook een belangrijke meerwaarde voor een gezinsbegeleider om de basisconcepten van de hechtingstheorie en de praktische meerwaarde ervan voor het werkveld van de counseling aan de hand van oefeningen en opdrachten aangereikt te krijgen.
Kinderen die reeds op jonge leeftijd ernstige hechtingskwetsuren oplopen blijven vaak gedurende hun hele leven zeer gevoelig voor stress. Ze reageren hevig op ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen en zijn vaak moeilijk leesbaar in hun gedrag. Inzicht hebben in complex trauma is belangrijk om deze kinderen en volwassenen een veilig kader te kunnen bieden waarin ze nieuwe helende ervaringen kunnen opdoen.
Verwaarlozing, mishandeling en seksueel misbruik zijn voorbeelden van concrete traumatische contexten waarmee de systeembegeleider geregeld geconfronteerd wordt. In de opleiding wordt aandacht gegeven aan de opdracht van de begeleider om deze situaties te herkennen, bespreekbaar te maken en ze te begeleiden. De vaardigheden hiertoe worden concreet uitgewerkt en ingeoefend.
Het gedachtengoed van Haim Omer biedt een kader om op een geweldloze manier om te gaan met escalaties binnen gezinnen en ruimere systemen. Deze strategieën zorgen voor minder machteloze ouders en teams, die vanuit een betrokken positie, standvastig verzet aantekenen tegen destructief gedrag. Het gaat om geweldloos verzet waarbij ouders en teams, zeer aanwezig kunnen zijn, in stilte, op momenten dat kinderen/jongeren dit het meest nodig hebben in hun leven. Thema’s als, zelfregulatie, waakzame zorg, aankondigingen, sit-in, inschakelen van het netwerk… komen aan bod.
Soms krijg je als begeleider de vraag om gedurende een bepaalde periode van de begeleiding stil te staan bij het functioneren van ouders als partners. In de cursus wordt ruimte gemaakt om een aantal technieken in te oefenen, die specifiek ingezet kunnen worden bij het werken aan partnerproblemen.
Meer dan de helft van de gezinnen die we bereiken in onze sector zijn geen oorspronkelijke gezinnen. Vaak zijn het één-ouder of nieuw-samengestelde gezinnen. Principes uit de systeemtherapie (zoals grenzen, hiërarchie, rollen en gezinsfasen) en een niet normatieve kijk op ontwikkelingsfasen helpen ons om de eigenheid en de moeilijkheden en mogelijkheden van deze gezinnen beter te begrijpen en geven ons concrete handvaten om onze interventies te leiden.
Wanneer ouders scheiden evolueert het kerngezin naar een binucleair gezin. Verschillende ontwikkelingsfasen komen elkaar in hetzelfde systeem tegen, gaan soms hand in hand met elkaar of bemoeilijken de ontwikkelingsopdrachten van de (sub)systemen. We staan stil bij de conflicterende ontwikkelingsopdrachten en de verschillende rollen die de gezinsleden opnemen. Wat als ouders na de scheiding in conflict blijven rond het ouderschap? Wat doet dit met de kinderen en welke rol spelen de kinderen en de context hierin? Hoe kunnen we als begeleiders omgaan met de complexiteit van deze verschillende ontwikkelingsbehoeften? Hoe ondersteunen we deze gezinnen en hun netwerk om twee veilige ontwikkelingshuizen te ontwikkelen?
Systemisch werken met individuele volwassenen betekent dat we steeds hun relationele context mee in beeld houden. Het is werken met de deuren en de ramen open zodat we samen met onze cliënten een brede kijk houden op de context die hen omringt, de bronnen van vertrouwen en steun en de invloeden die hen weerhouden om eigen keuzes te maken en verder te ontwikkelen als persoon. Deze groei en ontwikkeling van volwassen situeert zich rond een aantal levensthema’s (o.a. verbinding en differentiatie, zingeving, omgaan met ziekte en eindigheid…) We gaan opzoek hoe we volwassen kunnen helpen om samen met hun familie vorm te geven aan deze thema’s en moeilijke levensmomenten te overbruggen.
Een grote groep van de te begeleiden gezinnen in onze sector zijn multi-stressed gezinnen. De problemen in deze gezinnen zijn chronisch, meervoudig (op verschillende domeinen), verwikkeld in een haast onontwarbaar kluwen, ze worden in de generatielijn doorgegeven en de hulpverleners ervaren deze gezinnen vaak als weerbarstig voor hulp. Om in deze gezinnen toegang te krijgen en niet helemaal meegezogen te worden in de chaos, is het nodig om naast de basisvaardigheden uit het systeemdenken nog een aantal specifieke inzichten en technieken te beheersen. Wat is het eigene van deze gezinnen, welke relatiepatronen vind ik er terug, waar begin ik eerst aan, hoe hun vertrouwen winnen, hoe omgaan met hun argwaan?
Als contextbegeleider bevinden we ons in een complex systeem van relatienetwerken. We moeten ons leren relationeel verhouden tegenover andere hulpverleners (verwijzer, huisarts, politie, school, enz.) maar ook tegenover de bredere context van het gezin (grootouders, buren, ex-partner, enz.)
Goed kunnen omgaan met dit netwerk is een belangrijke troef. In deze cursus brengen we de verschillende betrokken partijen in kaart en gaan we op zoek hoe we ons binnen dit netwerk kunnen positioneren, zodat we onze opdracht zinvol kunnen uitvoeren. We leren luisteren naar de meerstemmigheid in een overleg van hulpverleners of in een netwerk rond cliënten.
Counseling is geen eenmanszaak. Als contextbegeleider is men steeds verbonden aan een dienst of instelling met zijn eigen werking en cultuur. De manier waarop het gezinsgericht werken vorm krijgt en gedefinieerd wordt binnen het grotere geheel van de werkorganisatie, bepaalt in sterke mate de mogelijkheden en beperkingen van de counseling. Vertrekkend vanuit de eigenheid van iedere setting zoeken we naar een goede positionering en een zo duidelijk mogelijk mandaat van de begeleider in het geheel van de werkorganisatie. De veiligheid en communicatie binnen de eigen teamwerking spelen een belangrijke rol als context om op terug te vallen.
We vertrekken vanuit de eigen ervaringen in broer-zusrelaties om te verkennen hoe we kunnen werken met een groep als systeem. Welke onderlinge dynamieken spelen een rol en hoe kunnen we deze hanteren. We besteden specifieke aandacht aan de thema’s rivaliteit, parentificatie en conflicthantering in horizontale relaties.
Als contextbegeleider werkt men in zeer complexe, ernstige probleemsituaties met vaak meervoudig gekwetste cliënten. Deze cliënten confronteren ons met een pijnlijke werkelijkheid die sterk verschilt van onze eigen leefwereld. Dit legt een grote druk op de begeleider als persoon.
Het is dan ook noodzakelijk om te kijken hoe wij als persoon in deze hulpverlening fungeren. Vanuit onze geschiedenis, ons gezin van herkomst en onze huidige leefsituatie hebben we een vanzelfsprekend patroon van in-relatie-staan, een manier van doen, een bepaald beeld op onszelf en op de wereld rondom ons opgebouwd. Hierin schuilen zowel onze mogelijkheden als onze kwetsbaarheden in de hulpverlening.
In een tweede fase van de opleiding is een korte eigen leertherapie voorzien. Enerzijds wordt vooral aandacht besteed aan het doorlichten van de persoonlijke relatiepatronen, relationele vaardigheden, krachten en mogelijkheden, vertrouwde rollen en functies in eigen relaties en gezinssituatie. Dit maakt de cursist bewust hoe hij zichzelf inzet in het relatiepatroon met het cliëntsysteem en biedt meer mogelijkheden voor interventies in een cliëntsysteem. Tevens wordt gekeken naar het verband tussen enerzijds de krachten en mogelijkheden en anderzijds de kwetsbaarheden en valkuilen binnen zijn/haar functioneren als hulpverlener.
Net zoals bij het werken met gezinnen wordt gebruik gemaakt van non-verbale methodieken om zicht te krijgen op dit persoonlijk gekleurd gezinsverhaal van de cursist.
Zo ontwerpen de cursisten een persoonlijke leerroute, die doorloopt gedurende het verder verloop van de opleiding: waar heb ik als begeleider bijzondere aandacht aan te besteden in mijn omgang met cliënten, welke zijn mijn vaardigheden en valkuilen en hoe ga ik er concreet mee om in contact met de gezinnen?
Vanaf het eerste opleidingsjaar wordt van de deelnemers verwacht dat ze per opleidingsdag om de beurt een video-opname meebrengen van hun systemisch werken met cliënten. In deze video-gesprekken moet de deelnemer zelf als systeemcounselor met de cliënt of het cliëntsysteem aan de slag gaan. Daarnaast zijn ook casusbesprekingen voorzien.
Verder zal de deelnemer ervoor zorgen dat hij in de loop van de opleiding voldoende praktijkmogelijkheid heeft, zodat hij de begeleiding van minstens drie cliënten of cliëntsystemen in supervisie kan brengen.
Tijdens de supervisies zullen allerlei aanvullende thema’s van systemisch werken aan bod komen: genderthema’s, multiculturele gezinnen, verslaggeving, ethische vragen en deontologie, etc.
Binnen de groep cursisten worden vanaf de start van deze opleiding regionale intervisiegroepen samengesteld. De deelnemers vergaderen met hun groepje 5 namiddagen of avonden per opleidingsjaar en dit zonder trainer. Er kunnen opdrachten voor deze samenkomsten worden gegeven door de trainers tijdens de opleidingsdagen. Verder vullen de groepsgenoten de intervisiemomenten in met praktijkbesprekingen en gezamenlijke verwerking van de theorie. Van de samenkomsten moet verslag gemaakt worden en toegezonden aan de mentor van de opleiding.
Op het einde van het eerste jaar wordt een individuele evaluatie voorzien, waarbij gedetailleerd wordt bekeken hoe het leerproces van de deelnemer verloopt en welke aandachtspunten en werkpunten speciale aandacht moeten krijgen.
Elke deelnemer maakt een eindwerk. In dit eindwerk (+/- 20 blz.) kadert de cursist theoretisch een concreet systemische counseling waarmee hij of zij aan de slag geweest is.
“Wat neem ik mee? Het enthousiasme van de opleiders om vanuit moeilijke casussen telkens weer de uitdaging te zien en dit in kansen en mogelijkheden om te zetten.
De openheid van de collega’s om de moeilijke dingen bespreekbaar te maken en je daar steeds opnieuw gerespecteerd en gedragen in te weten.”
Om te kunnen deelnemen aan deze opleiding moet men voldoen aan volgende voorwaarden:
❕Deze opleiding is géén verkorte opleiding relatie- en gezinstherapie, maar heeft een counselingdoelstelling en invulling (cfr. het artikel “Gezinstherapie en Gezinsbegeleiding” van Greet Splingaer).
Na het eindwerk en certificatie ontvangt de deelnemer een getuigschrift van de gevolgde opleiding. Dit getuigschrift kan om ernstige en gemotiveerde redenen door de trainers worden uitgesteld.
Deze opleiding is erkend door de Belgische Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie en Systeemcounseling (BVRGS).
Met het getuigschrift van deze opleiding kan u zich aansluiten bij BVRGS en erkend worden als Systemisch Counselor.
De BVRGS vraagt om aanvullend, na de 2-jarige opleiding, minimum 25 uren supervisie individueel of in kleine groepen te volgen.
De erkenningsvoorwaarden van de BVRGS vind je hier terug.
Omwille van de intakeprocedure en om organisatorische redenen vragen we vriendelijk om je uiterlijk tegen 10 september 2024 aan te melden door het online inschrijvingsformulier volledig in te vullen.
Voeg bij het inschrijvingsformulier je cv en motivatiebrief toe of mail deze documenten na aanmelding zo snel mogelijk naar kandidaturen.opleiding@rapunzelvzw.be
Bij aanmelding vragen we een éénmalige inschrijfkost van € 200,00 te betalen binnen de 15 dagen en zeker voor het plaatsvinden van het intakegesprek.
Op basis van je cv en motivatiebrief wordt je al dan niet uitgenodigd voor een intakegesprek van ca. 1u te Diest. Wanneer alle aangemelde en uitgenodigde kandidaten op gesprek zijn geweest wordt de groep definitief samengesteld en worden de geselecteerde kandidaten op de hoogte gebracht.
Indien je niet weerhouden wordt voor de opleiding storten we de betaalde € 200,00 aan je terug. Wanneer je zelf beslist om het intakeproces stop te zetten of bij selectie voor deelname zelf beslist om toch niet te starten, wordt deze € 200,00 niet teruggestort.
De opleiding duurt 2 jaar à rato van gemiddeld twee opleidingsdagen per maand, behalve in juli en augustus. In totaal zijn er 42 opleidingsdagen.
We organiseren geen vormingsdagen op woensdagen, feestdagen en tijdens de Vlaamse schoolvakanties.
De lesdagen worden niet ingepland op vaste weekdagen. Er is dus geen vaste opleidingsdag.
De opleidingsdag loopt telkens van 9u30 tot 16u30.
Alle lesdagen gaan door in Diest, op wandelafstand van het station.
Opleidingsdagen
Hieronder vind je een overzicht van de opleidingsdagen t.e.m. juni 2025.
De overige dagen worden per half jaar gepland en ruim op voorhand meegedeeld.
1. Inschrijvingsgeld
Bij aanmelding via het inschrijvingsformulier vragen we een éénmalige inschrijvingskost van € 200,00 te betalen binnen de 15 dagen en zeker voor het intakegesprek.
Beslis je zelf om je kandidatuur stop te zetten of niet te starten nadat je geselecteerd bent voor deelname, dan betalen we deze € 200,00 niet terug.
Word je niet weerhouden om deel te nemen, storten we deze € 200,00 wel terug.
2. Opleidingsgeld
Het opleidingsgeld bedraagt bij deelname € 2450,00 per opleidingsjaar.
De totale bijdrage voor het eerste opleidingsjaar bedraagt dus: € 200,00 + € 2450,00 = € 2650,00.
Het totale studiegeld voor de volledige 2-jarige opleiding is: € 200,00 + (2 x € 2450,00) = € 5100,00
Net zoals het inschrijvingsgeld, wordt het betaalde opleidingsgeld niet teruggestort bij stopzetting van de opleiding.
Betaald Educatief Verlof (tewerkgesteld binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
Voorafgaand aan de start van de opleiding zal er door de opleidingsverstrekker bij het Paritair Comité van de aanvragende deelnemer een erkenningsaanvraag voor Betaald Educatief Verlof voor de opleiding dienen te gebeuren. Indien de aanvraag erkend wordt, zal dit zijn op basis van contacturen.
“In mijn begeleidingswerk met jongeren en gezinnen komen de theoretische inzichten die je hier opdoet zeker van pas! Maar bovenal is het een boeiende energiegevende intense zoektocht naar jezelf als begeleider. Een aanrader!”
Begeleider in een OOOC“Iedere gezinsbegeleider zou deze opleiding moeten volgen omdat je hier een algemeen kader aangereikt krijgt waardoor je binnen begeleidingen een bredere en niet veroordelende aanpak leert hanteren.”
Contextbegeleider in BJZ“Deze opleiding biedt een grondig systemisch- contextgericht kader, een stevige basis met veel know how om concreet mee aan de slag te kunnen gaan. Tevens gaf ze me meer zicht op mijn krachten, mogelijkheden en valkuilen als begeleider.”
Anoniem“Veel handvatten, methodieken, materiaal en metaforen om ook moeilijke gesprekken aan te gaan met kinderen, jongeren en gezinnen.”
Anoniem“In deze opleiding kom je jezelf tegen. En dat is goed want uiteindelijk is je eigen persoon het belangrijkste werkinstrument in de relatie met cliënten. Hier meer inzicht in krijgen is een boeiende zoektocht met vallen en opstaan.
De theoretische bagage, praktische handvatten en creatieve opleidingsdagen , dragen bij tot meer kader in het werken met gezinnen.”
Wat neem ik mee?
Het enthousiasme van de opleiders om vanuit moeilijke casussen telkens weer de uitdaging te zien en dit in kansen en mogelijkheden om te zetten.
De openheid van de collega’s om moeilijke dingen bespreekbaar te maken en je daar steeds opnieuw gerespecteerd en gedragen in te weten.